geschiedenis
Ontstaan van de diergroep
Het waterrijke Nederland heeft altijd iets gehad met watervogels, zoals zwanen, ganzen en eenden. In het verleden werden watervogels vooral gehouden voor de vlees- en eierproductie.
Tegenwoordig is de bedrijfsmatige houderij economisch minder belangrijk, maar het houden van watervogels als liefhebberij is sterk gegroeid.
Domesticatie
Zwanen, ganzen en eenden behoren tot de oudste ‘huisdieren’ die we hebben. Duizenden jaren geleden is de domesticatie van de oorspronkelijke (wilde) soorten begonnen.
Eenden werden op veel plaatsen op onze aardbol gedomesticeerd. De eerste pogingen werden waarschijnlijk in het Verre Oosten ondernomen. Vooral China met zijn duizenden jaren oude beschaving heeft veel bijgedragen aan het aantal gedomesticeerde watervogels.
Stamvader van alle gedomesticeerde eenden is de Wilde eend. Selectie op type, bouw, uiterlijk en grootte leverde uiteindelijk een aantal rassen op voor de productie van vlees en/of eieren, maar ook voor de ‘sier’.
Schepen van de Oost-Indische Compagnie hebben veel rassen meegenomen naar het Westen. Deze rassen werden doorgefokt en soms ook gekruist met de lokaal gehouden gedomesticeerde eenden. Zo ontstonden nog meer nieuwe rassen.
Loopeenden
De gans werd waarschijnlijk op vele plaatsen en op verschillende tijdstippen gedomesticeerd. Zeker is dat deze domesticatie 3000 tot 4000 jaar geleden al begon.
De Oost-Aziatische landen speelden hierbij een belangrijke rol.
De gedomesticeerde gans is voortgekomen uit de Grauwe gans, maar ook de Zwaangans wordt genoemd. Ganzen werden vooral voor de dons- en vleesproductie gehouden.
Ook de vleugelpennen werden lange tijd voor vele doeleinden gebruikt.
Zwaangans Grauwe gans
Biodiversiteit
De domesticatie van de eenden en de ganzen heeft vele nieuwe rassen opgeleverd, vaak met een bepaald (nut)doel voor ogen.
Deze rassen hadden en hebben nog hun ‘gebruikswaarde’ voor de mens.
Deze gebruikswaarde is echter nooit zo groot geweest als bij de gedomesticeerde hoenders.
De vele rassen met hun typerende kenmerken en de bijbehorende genenrijkdom moeten behouden blijven. Immers, weg is voorgoed weg. Het domesticatieproces kan nooit meer herhaald worden.
Het beschermen van de vele rassen die zijn ontstaan in de loop der eeuwen (biodiversiteit) is een taak van ons allen en van de watervogelliefhebbers in het bijzonder.